Interview met Kim Feenstra + indeling in het fasemodel
- Waarom heb je gekozen voor de kunstuiting fotografie?
Dat kwam bij toeval op mijn pad door mijn deelname aan het programma Het Perfecte Plaatje. Ik heb altijd wel interesse gehad in fotografie, maar tijdens dat programma ging ik er echt mee aan de slag.
- Wat is je doel bij het maken van een foto?
Ik wil een gevoel overbrengen. Ik wil dat de foto een verhaal verteld en niet zomaar een mooi plaatje is.
- Waar haal je je inspiratie vandaan?
Werkelijk overal. Ik kijk altijd, soms lijkt het of loop te dromen, maar ik ben heel visueel ingesteld. Dus ik kijk heel veel om me heen. En zo krijg ik inspiratie. Soms is dat in de natuur, of op straat in de stad. Maar het kan ook door andere beelden. Bijvoorbeeld als ik in de keuken sta of in de auto zit.
- Heb je soms moeite/frustraties bij het maken van foto’s?
Ja soms heb ik niet helemaal het gevoel over kunnen brengen wat ik bedoelde. Dan raak ik gefrustreerd. Eigenlijk bij iedere foto die ik gemaakt heb denk ik na een tijdje: Goh, dit had toch nog beter gekund of ik had het misschien net anders kunnen doen.
- Wat doe je om dit op te lossen?
De volgende keer de kritiek van de vorige meenemen.
- Denk je lang na voordat je een foto maakt of ga je meestal gewoon aan de slag?
Nee, ik loop rond, ik kijk en dan opeens heb ik het. Het moment moet ontstaan.
- Wil je graag meteen de perfecte foto of maak je er een aantal en kies je er hier eentje uit?
Ik maak er natuurlijk meerdere en dan ga ik daarna kiezen. Ik vind het prettig als ik dan de foto in het groot zie. Ik kijk ook niet op mijn digitale scherm als ik een foto maak.
- Als je bijvoorbeeld een portretfoto maakt, doe je dan eerst ‘research’ naar de persoon die je fotografeert?
Ja dat wel en dan vind ik het mooi om iemand neer te zetten zoals diegene nog niet vaak op de foto is gezet. Bijvoorbeeld heel rauw, of juist kwetsbaar. Als het voor een serie foto’s is (bijvoorbeeld de cast van vechtershart voor Wendy Magazine) dan bedenk ik wel van te voren de setting. Hoe zou ik iemand op de foto willen zetten. Welke styling en make up helpt daarbij. Wat wordt de mood van de foto.
- Heb je wel is ineens een heel goed idee over hoe je het gaat aanpakken? Dus dat er als het ware een lichtje gaat branden?
Ja en dat gebeurt meestal tijdens het foto’s maken
- Heb je een favoriete foto van alle foto’s die je hebt gemaakt?
Ik heb een aantal favoriete foto’s. Deze zijn te zien in mijn expositie. Zijn jullie al geweest? Jullie kunnen nog tot eind december er heen, toegang is gratis. Dus zou ik echt even doen.
11. Gaat er wel eens wat tijd overheen voordat het eindresultaat er is? Laat je het bijvoorbeeld wel eens even rusten om er later weer mee verder gaan?
Nee eigenlijk niet.
- Ben je wel eens ontevreden geweest over het eindresultaat?
Ja achteraf wel. Zeker ook tijdens Het Perfecte Plaatje.
- Wat moet een goede foto voor jou bevatten?
Je moet er langer naar willen blijven kijken. Er moet een verhaal bij je op komen.
- Wat vind je het leukst om te fotograferen? Bijvoorbeeld: personen, natuur etc.
Ja, dat wisselt eigenlijk. Personen heeft wel mijn voorkeur, maar ik vind fotograferen in de natuur ook echt heel mooi.
- Hoe evalueer je je werk?
Ik heb heel kritisch op mijn werk. Ik bekijk alles daarna heel goed. En ik heb een aantal mensen wiens mening ik heel belangrijk vind. Aan hen vraag ik ook feedback. Ik vind het fijn als mensen mijn werk van kritiek voorzien. Daar leer ik van en ik leer ook op een andere manier kijken.
- Heb je vaak te maken gehad met een deadline waardoor je je werk moest versnellen om het op tijd af te ronden?
Ja regelmatig voor Wendy Magazine bijvoorbeeld. Maar ik heb daar geen moeite mee.
- Krijg je veel feedback?
Ik vraag ook echt om feedback. Met alleen ‘mooie foto’ kan ik niet zoveel. Dus ik vraag er ook echt bewust om en dan krijg ik het ook wel.
- Krijg je dit meer van publiek of van medefotografen?
Meer van mensen in het vak. Het publiek vind het of mooi of niet mooi. Daar kan ik niet heel veel mee, hoewel het heel leuk is om te horen natuurlijk. Maar van mensen uit het vak krijg ik feedback waar ik vaak ook iets me kan.
- Vind je het prettig om feedback te krijgen?
Dat heb ik eigenlijk al beantwoord. Ja, dat vind ik prettig.
- Verander je wel eens iets aan de hand van deze feedback?
Ik neem het mee voor mijn volgende foto’s. En soms leg ik het bewust naast me neer omdat ik dan toch mijn eigen weg kies.
- Hoe combineer je modellenwerk met fotografie?
De afspraken worden strak ingepland, dus dat is prima te combineren.
- Wat vind je leuker: modellenwerk of fotograferen?
Ik vind het alle twee ontzettend leuk om te doen. Maar fotograferen is wel iets veelzijdiger. Dan heb ik het meer zelf in de hand.
- Wat zou je een andere leuke kunstuiting vinden? (muziek, film, architectuur etc.)
Ik heb natuurlijk ook geacteerd. Dat vind ik ook heel leuk om te doen. En muziek, daar kan ik echt niet buiten, heerlijk!
- Wie is je voorbeeld in de fotografie?
David Yarrow. Een natuurlijk fotograaf met wie ik naar Alaska ben geweest om beren tijdens de zalmjacht te fotograferen. Dat was een ervaring om nooit te vergeten. Zijn fotografie daar ben ik al heel lang echt fan van. Zo mooi, zo puur en zo dichtbij. Ik zou heel graag nog meer van hem leren.
- Zou je het anderen aanraden om met fotografie te beginnen?
Dat mag iedereen natuurlijk helemaal zelf weten. Maar het is fijn als je een passie hebt waarin je je energie kwijt kan. Dat kan in fotografie, maar ook in schrijven of muziek maken natuurlijk. Ik zou iedereen aanraden om dat gene te kiezen wat bij je past.
De vragen ingedeeld in het fasemodel:
De vragen 1, 2, 10, 13, 14, 21, 22, 23, 24 en 25 waren niet echt vragen die bij een fase in het fasemodel pasten, dus dat zijn meer losse, inleidende vragen.
Bij vraag 15, 17, 18, 19 en 20 zagen we fase 9, de evaluatie terugkomen.
Bij vraag 3 is duidelijk fase 3, de inspiratie, te zien. Ook vraag 6 valt in deze fase.
Bij vraag 4 zien we fase 5, de frustratie, goed. Vraag 5 hoort hier nog bij. Dit is namelijk de oplossing van de frustratie. Ook zie je het nog bij vraag 12.
Bij vraag 7 zie je het tegenovergestelde van fase 6, de incubatie. Ook bij vraag 11 is dit te zien.
Bij vraag 8 is het tegenovergestelde van fase 4 te zien.
Bij vraag 9 is de illuminatie, fase 8 te zien.
Bij vraag 16 zie je fase 11 duidelijk.
Maak jouw eigen website met JouwWeb